kunstwegen - unterwegs in einem offenen Museum fuer zeitgenoessische Kunst, Natur und Geschichte. Hier lockt ein Urlaub mit dem Fahrrad im Vechtetal mit Kunst als Leitmotiv.

Samern

Hof Schulze-Holmer Hof Schulze-Holmer
Hof Schulze-Holmer Hof Schulze-Holmer

kunstwerke

Samern // werke von:

    samern

    De gemeente Samern ligt aan een oude heerweg tussen de Hanzesteden Münster en Zwolle. Aan de Mansbrügge staat een »Piggetörnken«, een natuurstenen toren uit de veertiende eeuw die aanvankelijk als verdedigingstoren en later als tolhuis dienst deed. De streek is al sinds meer dan 900 jaar bewoond. Eertijds werden de akkers en weiden gemeenschappelijk gebruikt (de meent). Uitgestrekte verlaten landstreken ontstonden door de plaggenstekerij op de heide waarbij de humushoudende laag werd gebruikt voor bemesting van het land.

    Het land werd vanaf 1864 na moeizame onderhandelingen nieuw ingedeeld in »Marken« en het gemeenschappelijke beheer ging in privégebruik over. Het »Markwald« Samerrott bleef een uitzondering. Door de rivierregulering en ontwatering in de twintigste eeuw konden dringend noodzakelijke nieuwe akkergronden in het arme veen- en heidelandschap ontstaan. De Vecht werd in de vroeger »Holmer Maate« genoemde uiterwaard een stuk naar het westen verlegd. Afzonderlijke dode armen getuigen van de voormalige loop van de rivier. Het Samerrott, een 266 ha groot stuk bos, was van oudsher van levensbelang en wordt nu nog steeds gemeenschappelijk beheerd (meentbos).

    Ten tijde van de meent merkten de boeren de bomen in het Samerrott met een »S« en daar komt vermoedelijk hun naam »Malbauern« vandaan (malen/ schilderen). Het Oudhoogduitse woord »Rott« verwijst naar het rooien van bomen voor meer landaanwinning. Het Samerrott bleef echter eeuwenlang behouden als gemeenschappelijk gebruikt stuk bos, als »Hudewald« en voor de houtexploitatie. Tegenwoordig is het een wettelijk beschermd natuurlijk leefgebied (Fauna-Flora-Habitat, FFH).

    Een lage aarden wal om het Samerrott scheidt het privé- van het collectief grondbezit. Midden in het bos stond de met legendes omgeven Ravenboom, een machtige eik met een doorsnede van drie meter. In zijn omgeving werd tot 1828 het »houtgeding« bijeengeroepen en werden beslissingen genomen over het gebruik van het bos. In 1876 brandde het »natuurmonument« af nadat al tientallen jaren tevoren blikseminslag zijn kroon had vernield.

    Op de nabijgelegen hoeve Schulze-Holmer, later de zetel van het houtgeding, wordt in een bezienswaardige tentoonstelling in de oude voorraadschuur op de 900 jaar oude geschiedenis van de plek ingegaan.